BATAVUS,
dat is toch vooral de Batavus Bilonet. De brave brommer die eindeloos werd
vernieuwd en steeds minder leek op die allereerste Bilonet. Eigenlijk een
beetje de Opel Kadett onder de bromfietsen. Maar sportief? We herinneren ons
Hugo de Wijs die lange ritten door de wereld maakte op een Batavus Bilonet,
(maar wel met een snellere 'Belgische' cilinder) maar dat bedoelen we
eigenlijk niet. Nee, het gaat om echte sport. Wielerliefhebbers herinneren
zich misschien de TeleVizier-Batavus wielerploeg. Buiten dat wielrennen was
de oude heer Gaastra, jarenlang 'mister Batavus', ook wel te vinden voor
Batavus bromfiets- en motorsport. Het idee en de uitwerking kwamen van twee
werknemers van Batavus, maar Gaastra werkte zeker wel mee. Toch, ondanks het
feit dat Batavus wel commerciële bedoelingen had met zijn sportieve
prestaties, is dit eigenlijk nooit echt uitgebuit.
Om het fijne van die Batavus activiteiten te weten moest je eigenlijk wel
in Friesland wonen, want de Friese pers liet zijn lezers flink meesmullen
van de prestaties van het Batavus Fabrieksteam. Woonde je elders in het land
dan kon je op de hoogte zijn via het weekblad 'Motor' dat in die tijd nog
veel aandacht besteedde aan wat toen "betrouwbaarheidsritten" heetten. Maar
dan had je het wel gehad. De doorsnee bromfietsrijder wist van niets en
kocht de Batavus vanwege zijn betrouwbaarheid, maar niet vanwege de dito
ritten. De Whippet was wel één van de ultieme sport- brommers voor de jeugd,
maar dat had weinig te maken met de Batavus motorsport.
Op het sportieve pad
In het begin van de jaren '60 behoorde Batavus (sinds begin jaren '30 op
het gemotoriseerde pad) tot de groten op Nederlands bromfietsgebied.
Huisleverancier van de motorblokjes was ILO. Onze drie Noordelijke
provincies zijn altijd al bakermatten geweest van motorsport en met name de
baansport. Op de tekenkamer van Batavus werkte ene Henk Jager en die was
zeer geïnteresseerd in de 50cc grasbaansport. Op de plaatselijke circuits
ronkten de NSU'es, Puchjes en Royal Nords en uiteraard ook Batavussen! Op de
zadels zaten knaapjes als Aalt Toersen, Jan de Vries en Henk Jager, om maar
wat te noemen. Dit alles onder auspiciën van de Nederlandse Grasbaanrenners
Vereniging (NGRV), maar ook door de Rennersvereniging "Friesland" F.M.S.K.
Toen in 1963 Wiebe van der Meulen ook bij Batavus ging werken werd snel de
gedachte geboren om betrouwbaarheidsritten te gaan rijden met een Batavus.
Gaastra stond er positief tegenover en verleende zijn medewerking. Dat
betekende in de praktijk: speciale onderdelen en motoren nodig? Jongens, er
is een budget voor, maar verder alle vrijheid. Maar ook: alleen in de vrije
tijd werken aan de sportmachines. De motorsportafdeling van Batavus was dus
een experimentele aangelegenheid van enthousiaste liefhebbers die veel steun
van het bedrijf kregen en dat zou het ook blijven tot Henk Jager zelf ging
produceren in kleine series, aanvankelijk nog met het merk Batavus op de
tank.
De eerste successen
Hoe dan ook, al in 1964 kon het eerste succes binnengehaald worden. De
KNMV Kampioensrit, twee dagen ploeteren door klei en prut, werd dat jaar in
de omgeving van Appelscha gehouden. Winnaar in de klasse Junioren 50cc was
Henk Jager met Batavus. Voor de sportieve inzet ging ILO-klant Batavus ook
gebruik maken van Sachs motoren die een maatje groter waren. In de loop der
tijden, de sportperiode van Batavus loopt zo ongeveer van 1964 tot 1974,
werden de 75, 100 en 125cc gebouwd en gebruikt. In die tijd zien we ook de
Rond-Sachs van Gerard Rond stevig op komen zetten. Zo zien we bij de
Kampioensrit van 1967 Henk Jager terug in de uitslagen, nu als 50cc Senior.
Rond Sachs had de eerste plaats (J. Beukhof) en Henk Jager werd tweede.
Echter, beiden konden bogen op nul strafpunten! Intussen zien we dat de
Zesdaagse teams Batavus motoren in hun gelederen hadden. Wiebe van der
Meulen reed in 1966 met zijn eigengebouwde 100cc Batavus mee, herhaalde dat
in 1967, en won er ditmaal brons mee. Het Batavus G.S. team startte in 1966
met als rijders Henk Jager, Sicco van der Mei en Wiebe van der Meulen. Ze
boekten zodanige resultaten dat er gesproken werd over "het misschien in
serie bouwen van de Batavus GS".
Kampioenschappen
In 1968 werd de KNMV Kampioensrit in Limburg gehouden. Weer zien we dat
de ingeschreven Batavussen het goed deden. Bij de Junioren 51 tot 100cc
veroverde Wiebe van der Meulen met de Batavus 75 een derde plaats en in de
50cc Senioren klasse was het Henk Jager die derde werd. W. van der Meulen
Sr. deed het bij de Senioren tot 100cc nog beter; hij werd met de Batavus
eerste. Kampioenschappen Betrouwbaarheidsritten werden dat jaar behaald door
Wim van der Meulen met een Batavus in de klasse Junioren tot 100cc en door
Wiebe van der Meulen met een Batavus in de dito Seniorenklasse! Zo gingen de
successen maar door in Zesdaagse - in '69 haalde Van der Meulen zilver met
zijn 125 Batavus - en de Nederlandse betrouwbaarheidsritten, zoals de
Waddenrit, de Oost-Gelderlandrit en de Olde Landschaprit.
In 1969 werd de 34ste Kampioensrit in de Achterhoek gereden. Bij de
uitslagen in de klasse Junioren tot 100cc vinden wij twee Batavussen. Nummer
twee werd toen M. Strikwerda en nummer drie ene H. Meyer. Hier blijkt wel
uit dat Batavus door meerdere rijders werd gekozen en daaruit kan afgeleid
worden dat er toch kleine series werden gemaakt en verkocht. Terzijde: die
H. Meyer is de man die bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer de klassieke
motoren zo'n goed hart toedraagt: Hepke Meyer. En het was ook Hepke die HMR
onder de aandacht bracht dat er best eens wat geschreven zou mogen worden
over die Batavus G.S. machientjes! Aan het eind van de Batavus sportperiode
komen we ook nog de naam van Jaap Lanting tegen. Hij werd er nog in 1972
Kampioen van Nederland mee in de klasse 125cc Senioren, maar daarna komen we
Batavus steeds minder tegen in de rij van uitslagen 'die er toe doen'.
Einde van de sportafdeling
Henk Jager en Wiebe van der Meulen waren zo'n beetje de eersten die een
bovenliggend wiegframe introduceerden en dat werd al snel door de
concurrentie overgenomen. Dat dit soort machientjes ook bij de motorcross
werden gebruikt moge duidelijk zijn. We noemden het al, 14,5 pk uit een 50cc
Sachs motortje was niet gering, daar waar 50cc wegraces zo'n beetje tegen de
limiet van 18 pk aanliepen. Dat die cirkelzaagjes een beperkte powerband
hadden laat zich raden en ze waren daardoor toch las- tig te rijden.
Hedendaagse crossers zouden zo'n ding vast na één ronde terugbrengen met de
mededeling dat "er niet mee te rijden valt". Toen het einde van Batavus zich
al ging aankondigen gingen de wegen van Wiebe van der Meulen en Henk Jager
verschillende richtingen uit, maar wel parallel. Wiebe, die ernstig
gehandicapt was geraakt na een verkeersongeval, vertrok geleidelijk aan bij
Batavus en ging zich meer en meer bezighouden met het opvoeren van vooral
automotoren. Henk Jager bouwde Batavus motoren in serie en verkocht die
zelf, maar dat werden allengs gewoon motoren onder zijn eigen naam, He-Ja
motoren. Buiten He-Ja Sachs en He-Ja Kreidler werd ook gebruik gemaakt van
andere en grotere motorblokken als Bultaco, Maico, Honda, Suzuki en Yamaha.
De Suzuki en Bultaco waren 500cc'ers en werden ingezet bij de grasbaan-
races en ze werden daar ook kampioen of bijna kampioen mee. Henk Jager
verhuisde uit- eindelijk in 1999 van Heerenveen naar Assen waar hij een
nieuw motor-tuning bedrijf is begonnen met zeer geavanceerde computer
gestuurde apparaten. Maar onderling contact hebben de beide voormalige
constructeurs en rijders van Batavus nog steeds.
Een Batavus Enduro anno nu
Wat we heel graag wilden was zo'n Batavus GS in levende lijve tegenkomen.
Volgens Henk Jager zou Dirk Mogezomp, ook al zo'n bekende naam uit de wereld
van betrouwbaarheidsritten, nog zo'n ding bezitten. Dus togen we naar Lochem
en inderdaad, in de schuur van Dirk stond nog een Batavus GS van 75cc.
Indertijd weggezet en nooit meer naar omgekeken eigenlijk. Dirk wist er nog
enthousiaste verhalen over te vertellen, stelde de motor buiten op, compleet
met zijn laarzen van die tijd en het pothelmpje met de moon-eyes, een idee
dat hij van John Cooper had gepikt, omdat hij het zo leuk vond.
Zijn sportcarrière begon hij als zo velen met een oude brommer, een
Typhoon die hij op l6-jarige leeftijd ombouwde tot crossertje. Na
aanvankelijk Rond-Sachs gereden te hebben kwam hij via Henk Jager ook
terecht bij het Batavus GS team, waarbij hij onder andere in 1970 in de
klasse Junioren tot 100cc kampioen werd met de Batavus 75cc. Als het
Batavus-team in 1972 ophoudt te bestaan gaat Dirk verder met het in die tijd
populaire merk Monark. Tegenwoordig is hij voorzitter van district Oost van
de KNMV en daarbij juryvoorzitter bij de afdeling Wegrace, want een
wegrace-enthousiast was en is hij ook. Het zou te ver voeren om ieders
carrière met een Batavus uitgebreid te gaan belichten en we willen daarin
ook niemand tekort doen. Natuurlijk reden er meer Batavussen rond met soms
groot succes. Des te vreemder daarom ook dat Batavus niet als andere merken
die successen via publiciteit kon omzetten in een groot marktaandeel van
sportieve brommers en lichte motoren.
Dirk
Mogezomp op de Batavus in Neede in 1970,
het jaar dat hij op het Heerenveense merk 100cc Kampioenjunioren
werd. |
Wiebe van
der Meulen trekt tijdens de Kampioensrit bij Tilburg in 1967
zijn Batavus met 75cc fabrieksblok door het rulle zand. |
Batavus TT en Sprint
Een ander sporthoofdstukje in de Batavus geschiedenis was de Batavus
Sprinter. De eerste Batavus Sprint reed in Zandvoort in 1969. Het was een
GS-frame met korte voorvork en de achtervering was weggelaten. De machine
was zeer laag gebouwd en werd winnaar bij de 125cc Specials. In het zelfde
jaar, in oktober, werden in Vinkega sprintwedstrijden georganiseerd. Dit
maal was het Wiebe van der Meulen die met zijn Batavus 125 het officieuze
wereldrecord van Phil Cursy scherper stelde! Daarna werd een lang frame
gebouwd en werd de machine bereden door Henk Jager en André Gebben die
daarvoor het ideale postuur had en sneller was dan baas Henk.